SV | Uw handen waren niet gebonden, noch uw voeten in koperen boeien gedaan, [maar] gij zijt gevallen, gelijk men valt voor het aangezicht van kinderen der verkeerdheid. Toen weende het ganse volk nog meer over hem. |
WLC | יָדֶ֣ךָ לֹֽא־אֲסֻרֹ֗ות וְרַגְלֶ֙יךָ֙ לֹא־לִנְחֻשְׁתַּ֣יִם הֻגָּ֔שׁוּ כִּנְפֹ֛ול לִפְנֵ֥י בְנֵֽי־עַוְלָ֖ה נָפָ֑לְתָּ וַיֹּסִ֥פוּ כָל־הָעָ֖ם לִבְכֹּ֥ות עָלָֽיו׃ |
Trans. | yāḏeḵā lō’-’ăsurwōṯ wəraḡəleyḵā lō’-linəḥušətayim hugāšû kinəfwōl lifənê ḇənê-‘awəlâ nāfālətā wayyōsifû ḵāl-hā‘ām liḇəkwōṯ ‘ālāyw: |
Uw handen waren niet gebonden, noch uw voeten in koperen boeien gedaan, [maar] gij zijt gevallen, gelijk men valt voor het aangezicht van kinderen der verkeerdheid. Toen weende het ganse volk nog meer over hem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Uw handen waren niet gebonden, noch uw voeten in koperen boeien gedaan, [maar] gij zijt gevallen, gelijk men valt voor het aangezicht van kinderen der verkeerdheid. Toen weende het ganse volk nog meer over hem.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!